• zend·bo·de
enkelvoud meervoud
naamwoord zendbode zendboden
zendbodes
verkleinwoord - -

de zendbodem

  1. iemand die gezonden werd met een boodschap of als afgevaardigde
    • De zendbode is door de telefoon en het internet geheel overbodig geworden. 
70 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be