zend af
- zend af
vervoeging van |
---|
afzenden |
zend af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden
- Ik zend af.
- gebiedende wijs van afzenden
- Zend af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden
- Zend je af?
- Het woord zend af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.