zelfmoordstrijder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·moord·strij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfmoordstrijder -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zelfmoordstrijderm

  1. strijder die ervan uitgaat dat hij sowieso gedood zal worden

Gangbaarheid