• zelf·lo·zers

de zelflozersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zelflozer
     Het is in het vervolg namelijk toegestaan in de flitsjes zogenaamde zelflozers te gebruiken, waarvan de prijs tachtig tot honderd gulden bedraagt.[1]

zelflozers

  1. partitief van de vergrotende trap van zelfloos
  1.   Weblink bron Op jaarvergadering watersportbond : Vader uit bezorgdheid over ontwikkeling in flitsklasse van NNWB in: Leeuwarder Courant  , jrg. 226 nr. 19 (23 januari 1978), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden, p. 23 kol. 1