• zei dank

uit zei (werkwoord) en dank, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
dankzeggen

zei (...) dank

  1. enkelvoud verleden tijd van dankzeggen
    • Ik zei dank. 
    • Jij zei dank. 
    • Hij, zij, het zei dank.