zeeschildpaddenseizoen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·schild·pad·den·sei·zoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeschildpaddenseizoen zeeschildpaddenseizoenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zeeschildpaddenseizoeno

  1. tijd van het jaar dat ergens veel zeeschildpadden voorkomen

Gangbaarheid