zaten dicht
- Geluid: zaten dicht (hulp, bestand)
- za·ten dicht
vervoeging van |
---|
dichtzitten |
zaten (...) dicht
- meervoud verleden tijd van dichtzitten
- Wij zaten dicht.
- Jullie zaten dicht.
- Zij zaten dicht.
- Wij zaten dicht.
- Het woord zaten dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.