zakkenvullerij
- zak·ken·vul·le·rij
- Afgeleid van zakkenvuller met het achtervoegsel -ij
- Naamwoord van handeling van zakkenvullen met het achtervoegsel -erij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakkenvullerij | zakkenvullerijen |
verkleinwoord | - | - |
de zakkenvullerij v
- het zich op oneigenlijke wijze verrijken
- De zakkenvullerij tiert welig en dit is een bedreiging voor ons hele economische systeem.
- Het woord zakkenvullerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.