Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ken·vul·le·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakkenvullerij zakkenvullerijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zakkenvullerijv

  1. het zich op oneigenlijke wijze verrijken
    • De zakkenvullerij tiert welig en dit is een bedreiging voor ons hele economische systeem. 

Gangbaarheid