Zakkenrollen.
  • zak·ken·rol·len
  • In de betekenis van ‘uit zakken stelen’ voor het eerst aangetroffen in 1781 [1]
  • samenstelling van  zak  en  rollen  met het invoegsel -en- 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zakkenrollen

(bijzin) zakkenrolde
zakkengerold
gezakkenrold
zwak -d volledig

zakkenrollen

  1. overgankelijk iemand bestelen door ongemerkt iets uit zijn zak of tas te halen
    • Het vergt aanzienlijke handigheid om succesvol zakken te rollen. 
  • De gescheiden te-vorm zakken te rollen is frequenter dan de ongescheiden te zakkenrollen, bij het voltooid deelwoord is het andersom. Gescheiden eindige vormen zijn zeldzaam.