Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·gen na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nazien

zagen (…) na

  1. meervoud verleden tijd van nazien
    • Wij zagen na. 
    • Jullie zagen na. 
    • Zij zagen na. 

Gangbaarheid