zaait haat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zaait haat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zaait haat
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
haatzaaien |
zaait (...) haat
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien
- Jij zaait haat.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haatzaaien
- Hij zaait haat.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van haatzaaien
- Zaait haat!
Gangbaarheid
- Het woord zaait haat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.