Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • yu·an
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Chinees, in de betekenis van ‘munteenheid van China’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1980 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord yuan yuans
verkleinwoord yuannetje yuannetjes

Zelfstandig naamwoord

de yuanm

  1. de Chinese munteenheid
    • In China wordt je geacht om met yuans te betalen. 

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen