• wrap·pen
  • uit het Engels

wrappen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wrappen
wrapte
gewrapt
zwak -t volledig
  1. met folie beplakken
    • Na het wrappen zagen de originele wielen er wat gewoontjes uit. Die hebben we laten vervangen door grotere, matzwarte spaakvelgen. Het standaard uitlaatsysteem is vervangen door een speciale sportuitlaat met afstandsbediening. Met een druk op de knop gaan de uitlaatkleppen open en klinkt de 4.2 V8 alsof je in een raceauto zit. [1] 
  2. met een deeglapje omgeven
    • Honig wil nu dat wij op variabele momenten thuis gaan wrappen met hun deeglapjes. De beloofde handomdraai waarmee een wrap-maaltijd snel op tafel kan worden gezet volgens de wervende tekst op de verpakking, heeft slechts betrekking op het vullen en vouwen van de lapjes deeg. Met de bereiding van de vulling – die ook nog vraagt om Honigsausmix en dipsaus – ben je nog wel even bezig. [2] 
  3. notities maken over verrichte werkzaamheden
    • Voor een buitenstaander is het gekwetter van de stemmen dodelijk vermoeiend, maar de hoogzwangere supervisor Janca Meenhorst vindt het een gezellig geluid. Op haar scherm ziet ze dat 54 procent van de adviseurs ,,lekker met klanten aan het kletsen is, elf mensen zijn aan het wrappen [verslagleggen] [sic!], twee zijn stand-by en drie houden pauze. Per medewerker kan ze met een toetsaanslag de productie oproepen: ,,Kijk, deze adviseur scoort extreem goed: 67 procent gesprek en 17 procent wrap up, zij is dan ook heel goed in multitasking. [3] 
71 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]
  1. De Telegraaf BAS SNIJDER 03 sep. 2018 Raceauto voor hele gezin
  2. NRC Florine Boucher 14 april 2001 MARKTPENETRATIE VAN EEN MAALTIJDCONCEPT
  3. NRC Tijs van den Boomen 31 januari 2004 `U kunt er ook niets aan doen, maar...'
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be