wrapte
- wrap·te
vervoeging van |
---|
wrappen |
wrapte
- enkelvoud verleden tijd van wrappen
- Ik wrapte.
- Jij wrapte.
- Hij, zij, het wrapte.
- Ik wrapte.
- Het woord wrapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
wrappen |
wrapte