woonpark
- woon·park
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonpark | woonparken |
verkleinwoord | woonparkje | woonparkjes |
het woonpark o
- een groene wijk met woningen
- In het woonpark is veel ruimte gelaten voor bomen en struiken.
- Het woord woonpark staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.