woningbouwmarkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wo·ning·bouw·markt
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van woningbouw en markt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woningbouwmarkt | woningbouwmarkten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het geel van vraag en aanbod van woningen