Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • won·der·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wondermacht wondermachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wondermachtv / m

  1. de macht om wonderen te doen
  2. een uitzonderlijke macht hebben, als door een wonder