wonderkracht
- won·der·kracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wonderkracht | wonderkrachten |
verkleinwoord | wonderkrachtje | wonderkrachtjes |
- de kracht om wonderen of mirakels te laten gebeuren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wonderkracht | wonderkrachten |
verkleinwoord | wonderkrachtje | wonderkrachtjes |