wonderkracht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- won·der·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wonderkracht | wonderkrachten |
verkleinwoord | wonderkrachtje | wonderkrachtjes |
Zelfstandig naamwoord
- de kracht om wonderen of mirakels te laten gebeuren