Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wol·ven·ge·huil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wolvengehuil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wolvengehuilo

  1. het jankende geluid dat wolven maken
    • Tijdens volle maan was er veel wolvengehuil te horen.