wisselende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wisselende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wis·se·len·de
Bijvoeglijk naamwoord
wisselende
- verbogen vorm van de stellende trap van wisselend
Werkwoord
vervoeging van: | wisselen |
wisselende
- verbogen vorm van wisselend, het onvoltooid deelwoord van wisselen