wisselde om
- Geluid: wisselde om (hulp, bestand)
- IPA: /ˌʋɪsəɫdəˈɔm/
- wis·sel·de om
vervoeging van |
---|
omwisselen |
wisselde om
- enkelvoud verleden tijd van omwisselen
- Ik wisselde om.
- Jij wisselde om.
- Hij, zij, het wisselde om.
- Ik wisselde om.
- Het woord wisselde om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.