Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijst na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nawijzen

wijst na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawijzen
    • Jij wijst na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawijzen
    • Hij wijst na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nawijzen
    • Wijst na! 


Gangbaarheid