Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijn·keu·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnkeuze wijnkeuzes
wijnkeuzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wijnkeuzev / m

  1. het kiezen van de wijn die men gaat gebruiken; de wijn die men heeft gekozen
     Ik wil juist een sfeer creëren waarbij mijn gasten zichzelf kunnen zijn. Ik heb dan ook geen oordeel over iemands wijnkeuze. Als jij een robuuste rode wijn wilt drinken bij een stukje vis: lekker doen! Het is jouw feestje.[1]
     Daar opent Bar Bulot woensdag opnieuw de deuren, deze keer op permanente basis en aangekondigd als een à la carte brasserie. Ook dit restaurant geven Boudens en De Mangeleer uit handen, net als bij Less is gebeurd. Chef Pieter Lefevere geeft er zijn eigen twist aan Frans-Belgische signatuurgerechten zoals tomaat garnaal en tournedos au poivre, terwijl gastheer Maxime Depreitere de juiste wijnkeuze aanprijst.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jette Pellemans
    “Sommelier Rianne (29) helpt je kiezen: ‘Een wijnkaart is best intimiderend’” (02-06-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron “Team achter Hertog Jan opent nu ook brasserie in Brugge” (21/10/2019), De Standaard