wijkzuster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijkzuster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijk·zus·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkzuster | wijkzusters |
verkleinwoord | wijkzustertje | wijkzustertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wijkzuster v
- (beroep) een aanspreekpunt voor zorg en welzijn in een wijk