werkten tegen
- Geluid: werkten tegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛrktə(n) ˈteɣə(n) / (4 lettergrepen)
- werk·ten te·gen
vervoeging van |
---|
tegenwerken |
werkten (…) tegen
- meervoud verleden tijd van tegenwerken
- Wij werkten tegen.
- Jullie werkten tegen.
- Zij werkten tegen.
- Wij werkten tegen.
- Het woord werkten tegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.