Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·ten over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overwerken

werkten over

  1. meervoud verleden tijd van overwerken
    • Wij werkten over. 
    • Jullie werkten over. 
    • Zij werkten over. 


Gangbaarheid