Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·te zwart
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
zwartwerken

werkte zwart

  1. enkelvoud verleden tijd van zwartwerken
    • Ik werkte zwart. 
    • Jij werkte zwart. 
    • Hij, zij, het werkte zwart. 


Gangbaarheid