Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·te toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

werkte toe

vervoeging van
toewerken

werkte (…) toe

  1. enkelvoud verleden tijd van toewerken
    • Ik werkte toe. 
    • Jij werkte toe. 
    • Hij, zij, het werkte toe. 

Gangbaarheid