werkte grijs
- Geluid: werkte grijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛrktə ˈɣrɛis / (3 lettergrepen)
- werk·te grijs
- uit werkte (werkwoord) en grijs (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
grijswerken |
werkte (…) grijs
- enkelvoud verleden tijd van grijswerken
- Ik werkte grijs.
- Jij werkte grijs.
- Hij, zij, het werkte grijs.
- Ik werkte grijs.
- Het woord 'werkte grijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.