Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·te grijs
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
grijswerken

werkte (…) grijs

  1. enkelvoud verleden tijd van grijswerken
    • Ik werkte grijs. 
    • Jij werkte grijs. 
    • Hij, zij, het werkte grijs. 

Gangbaarheid