werkelijkheidsbesef

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wer·ke·lijk·heids·be·sef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkelijkheidsbesef
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het werkelijkheidsbesefo

  1. de mate van besef van de omgeving waarin men zich bevindt en deze ook als realiteit ervaart
Verwante begrippen