Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Wener

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wener weners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wenerm

  1. iemand die veel huilt
  2. iemand die betaald krijgt om te weeklagen bij een dode
  3. soort konijn

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen