Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·stuf·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegstuffen
stufte weg
weggestuft
zwak -t volledig

Werkwoord

wegstuffen

  1. overgankelijk met een vlakgom iets in potlood geschrevens verwijderen
    • Hij besefte dat het fout was en stufte het weg. 

Gangbaarheid