wegenstructuur
- we·gen·struc·tuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegenstructuur | wegenstructuren |
verkleinwoord | wegenstructuurtje | wegenstructuurtjes |
de wegenstructuur v
- (wegenbouw) de wijze waarop een het geheel van wegen opgebouwd is
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegenstructuur | wegenstructuren |
verkleinwoord | wegenstructuurtje | wegenstructuurtjes |
de wegenstructuur v