wegenstelsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·gen·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegenstelsel | wegenstelsels |
verkleinwoord | wegenstelseltje | wegenstelseltjes |
Zelfstandig naamwoord
het wegenstelsel o
- (verkeer) het geheel van alle wegen samen