• wa·ter·be·zwaar

de waterbezwaarm

  1. (waterbeheer) water dat door diverse oorzaken de polder instroomt, en door spuien of bemaling verwijderd moet worden
     Bij veel waterbezwaar werd hulpbemaling geboden door de gecombineerde polders van Nieuwland en Leerbroek, die een gemaal hebben aan de Linge.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Catharina L. van Groningen
    “De Vijfheerenlanden met Asperen, Heukelum en Spijk” (1989), Rijksdienst voor de Monumentenzorg, p. 38