walhalla
- wal·hal·la
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘paradijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1800 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | walhalla | walhalla's |
verkleinwoord | walhallaatje | walhallaatjes |
het walhalla o
- een ideale plek
- Dit skigebied is een waar walhalla voor goede skiërs.
- Het woord walhalla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "walhalla" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "walhalla" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be