wakkerde aan
- wak·ker·de aan
vervoeging van |
---|
aanwakkeren |
wakkerde aan
- enkelvoud verleden tijd van aanwakkeren
- Ik wakkerde aan.
- Jij wakkerde aan.
- Hij, zij, het wakkerde aan.
- Ik wakkerde aan.
- Het woord wakkerde aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.