wadvaarder
- Geluid: wadvaarder (hulp, bestand)
- wad·vaar·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wadvaarder | wadvaarders |
verkleinwoord | wadvaardertje | wadvaardertjes |
de wadvaarder m
- schipper die veel in een waddengebied vaart
- Het woord wadvaarder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.