Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·deert op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opwaarderen

waardeert (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaarderen
    • Jij waardeert op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaarderen
    • Hij waardeert op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opwaarderen
    • Waardeert op! 

Gangbaarheid