waakzaamheidsfase

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waak·zaam·heids·fa·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waakzaamheidsfase waakzaamheidsfases
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de waakzaamheidsfasev

  1. een fase in een proces die gekenmerkt wordt door het hebben van waakzaamheid of oproep hiertoe
  2. de periode waarin men gevraagd wordt waakzaam te zijn