Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vro·me
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

vrome

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vroom

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be