Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrijt voet·je
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voetjevrijen

vrijt (...) voetje

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetjevrijen
    • Jij vrijt voetje. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetjevrijen
    • Hij vrijt voetje. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voetjevrijen
    • Vrijt voetje! 

Gangbaarheid