vrijhouden
- Geluid: vrijhouden (hulp, bestand)
- vrij·hou·den
- samenstelling van vrij en houden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vrijhouden |
hield vrij |
vrijgehouden |
klasse 7 | volledig |
vrijhouden
- overgankelijk ~ voor zorgen dat iets niet bezet raakt
- Hij had er speciaal die dag voor vrijgehouden.
- ▸ Thuis had ik een systeem in elkaar geknutseld met klittenband die de paraplu aan mijn rugzak bevestigde, waardoor ik mijn handen vrijhield voor mijn wandelstokken.[1]
- Het woord vrijhouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrijhouden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be