vormloosheid
- vorm·loos·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vormloosheid | vormloosheden |
verkleinwoord |
de vormloosheid v
- het vormloos zijn
- De vormloosheid van de jurk verhulde dat het meisje zwanger was.
- Het woord vormloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.