vorke
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vorke | vorken |
verkleinwoord |
vorke
- (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vorke | vorken |
verkleinwoord |
vorke
- (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vorke | vorkn / vorken |
verkleinwoord |
vorke
- (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vorke | vorkn |
verkleinwoord |
vorke
- (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.