voorovervallen
- voor·over·val·len
- samenstelling van voorover bw en vallen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorovervallen |
viel voorover |
voorovergevallen |
klasse 7 | volledig |
voorovervallen
- ergatief met het gezicht voorwaarts vallen
- Hij was met zijn schaatsplank lelijk voorovergevallen en moest gehecht worden.
- Maar op het moment, dat hij voorover dreigde te vallen kwam er een grote hand uit de lucht en zei een stem: 'Sta op, Kleine Woord, je hebt nog niet alles meegemaakt. Er wachten nog meer avonturen.' [1]
- Het woord 'voorovervallen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 100