voorgespiegeld
- voor·ge·spie·geld
- vervoeging van voorspiegelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van voor bw en gespiegeld ww
vervoeging van: | voorspiegelen… |
verbogen vorm: | voorgespiegelde |
voorgespiegeld
- voltooid deelwoord van voorspiegelen