voor-de-gek-houderij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor-de-gek-hou·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voor-de-gek-houderij voor-de-gek-houderijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de voor-de-gek-houderijv

  1. het bedotten van mensen
    • Dit is toch pure voor-de-gek-houderij. 

Gangbaarheid