vonder
- von·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vonder | vonders |
verkleinwoord | vondertje | vondertjes |
de vonder m
- los houten voetbruggetje, vaak niet meer dan een of twee planken breed of een balk
- voetplank over een sloot
- Het woord vonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vonder" herkend door:
31 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ vonder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be