voerde actie
- voer·de ac·tie
vervoeging van |
---|
actievoeren |
voerde actie
- enkelvoud verleden tijd van actievoeren
- Ik voerde actie.
- Jij voerde actie.
- Hij, zij, het voerde actie.
- Ik voerde actie.
- Het woord voerde actie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.